Als je hoort over de problemen waarin uitgevers verkeren, over de ‘ontlezing’ bij jongeren, over de dominantie van de beeldcultuur, dan kun je je haast afvragen: is er toekomst voor tekst? Ik heb daar geen twijfel over: goed geschreven teksten zijn nog steeds de basis van professionele communicatie. Maar dat wil niet zeggen dat er niets verandert.
Likes, kudo’s en hartjes
Bij alle berichten over ontlezing, kun je tegelijk vaststellen dat schrijven én publiceren compleet gedemocratiseerd zijn. Op sociale media schrijven jongeren hun vingers blauw, geeft oma verslag van de middag bij de kaartclub, vertelt je zus wat er zoal in die heerlijke preitaart moet en doet je collega verslag van het project dat hij succesvol heeft afgerond. En het wordt, voorzien van likes, kudo’s en hartjes, nog gelezen ook! Hoe krom de teksten soms ook zijn, hoe idioot de onderwerpkeuze voor de buitenstaander vaak ook lijkt, zulke teksten kunnen een ongelofelijke aantrekkingskracht hebben. De reden: ze raken precies in het hart van een kleine, maar nauw verbonden doelgroep.
“Alles kan, zolang het maar écht is en de verwachtingen waarmaakt of overtreft.”
Kunnen we die lezerstrouw en aandacht in de professionele wereld simuleren? Vast niet helemaal, maar wél bij benadering. En daar komen slimme copywriters om de hoek kijken, die hun vak verstaan en er over nadenken. En die hun opdrachtgevers durven te confronteren met veranderingen én de vooroordelen die daarbij leven.
Als we als professionals iets geleerd hebben van sociale mediagebruikers, blogger, vloggers en podcasters, dan is het dat alles kan: lange teksten, korte teksten, joviaal, statig, feitelijk en dromerig. Zolang het maar écht is, precies de juiste doelgroep raakt en de verwachtingen van de lezers waarmaakt of zelfs overtreft.